Jurrien Peterse

De eerste herinnering van Jurrien Peterse (1977) aan de hobo is het moment dat hij die hoorde in, hoe kan het ook anders, Peter en de Wolf van Prokofjev. Dát was het instrument dat hij wilde leren bespelen. Vooral romantische stukken spreken hem erg aan: “Het zijn vooral dat soort stukken waar ik mijn gevoel goed in kwijt kan”.Zijn eerste leraar was Hans Roerade, oud-solohoboïst van het Residentie Orkest uit Den Haag. Na zijn studie aan het conservatorium heeft Jurrien vervolgens geruime tijd geen hobo meer gespeeld tot een aantal jaren terug. Toen werd hij door vrienden en muziekcollega’s gevraagd om weer te gaan spelen. Dat resulteerde in meespelen in diverse orkesten en ensembles en zelfs een aantal mooie soloconcerten. Het gevoel kwam weer helemaal terug.“Muziek is nu niet meer weg te denken uit mijn leven en uit mijn HOOFD, ik zou niet meer zonder kunnen”.